Het gebied tussen Huesca en Zaragoza is niet spectaculair. Het is er droog en dor, maar de A23/E7 rijdt plezierig. Zaragoza is een grote stad met ruim 650.000 inwoners waar we met een boogje omheen rijden. We hebben geen zin in de grote stad. We rijden op een soort hoogvlakte, maar voor Teruel nemen we een afslag die ons naar een meer bergachtig gebied brengt. De weg slingert tussen de bomen door naar Albarracín, dat ook wel het mooiste dorp van Spanje wordt genoemd. We zijn zo druk om de goede weg naar de camping te vinden, dat we het oude monumentale dorp voorbij rijden zonder dat we het zien. Pas als we 's middags van de camping op zoek gaan naar het oude centrum zien we hoe mooi het ligt. Het is heel compact, met kleine, smalle, klinkerstraatjes en allemaal roodbruine (deels houten) huisjes. Er zijn torens, vestingmuren en een renaissance kathedraal en het geheel is heel bijzonder. We rijden met de fiets, kris-kras door de straatjes.
De camping is heerlijk met uitstekende sanitaire voorzieningen en de sfeer is gezellig met Engelse en Nederlandse buren. We blijven er lekker twee nachten staan.
Vandaag ontdekken we op de fiets een klein stukje van de Sierra de Albarracín. Berg-op rijden we naar Pinares de Rodeno. Ondanks onze elektrische ondersteuning is het doorbijten en dat met een temperatuur van 25 graden. De camping ligt op een hoogte van 1145 meter en wij klimmen er nog een paar honderd meter bij. De omgeving is schitterend met rood-bruine rotsen, heerlijk geurende dennenbossen en "hunebedden" waar ze bouldering aan het beoefenen zijn. Boulderen is een klimsport op wanden tot 4 meter hoog, zonder touw, klimgordel of andere hulpmiddelen, waar we met bewondering naar kijken. Het gebied zit verder vol met wandelroutes. Op het hoogste punt stoppen we en keren we om. Met een bloedgang rijden we zonder te trappen weer terug naar beneden.
Vanavond wordt het drukker op de camping. Het is bijna weekend en dat is te merken aan de hoeveelheid Spanjaarden die aankomen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten